Uit de olie, het groen in

Na acht jaar als project engineer in de olie- en gasindustrie en vervolgens in de offshore industrie bij Ampelmann als hoofd innovatie, besloot Oscar dat hij duurzamer wilde werken, en het liefst binnen een kleiner bedrijf. 'Het zijn interessante inhoudelijke banen en bij Ampelmann was er alle ruimte voor innovatie, maar je bent niet écht met de toekomst bezig' legt hij nu uit. 'Daarbij wist ik dat er op de duurzame markt veel gebeurt. Er zit energie en positiviteit om nieuwe dingen te doen, en snel ook, puur omdat het moet. Je vindt er dus ook geen vastgeroeste functies. Die drive om de wereld een beetje beter te maken, die dynamiek, daar wilde ik bij zijn.'

Net uitgooien

Maar waar te beginnen? Hij besloot allereerst 'het net zo zo breed mogelijk uit te gooien' door simpelweg zijn contactenlijst van LinkedIn door te scrollen en daaruit contacten te benaderen voor een kop koffie. 'Echt gaaf om te zien hoeveel er gaande is op het gebied van duurzaamheid: biogas, vertical farming, waterstof, herbebossing... Daar was ik me eigenlijk niet van bewust voordat ik me er actief op richtte.' Ook benaderde hij mensen die werken bij de grotere bedrijven die niet per se duurzaam zijn, maar daar wel in investeren, zoals de venture capital en new energy groepen van Shell. 'Die gesprekken waren heel vruchtbaar. Niet om direct bij hen aan de slag te gaan, maar om een idee te krijgen van wat voor bedrijven er bestaan in de duurzame sector. Zij houden dat natuurlijk nauwlettend in de gaten, om te zien of er iets interessants tussen zit om in te investeren.'

Lastige zoektocht

Die gesprekken waren nodig, want het was voor Oscar niet altijd  duidelijk hoe de duurzame banenmarkt er precies uitzag. 'Zoek je een baan in de olie of bij banken, dan weet je na wat rondvragen al vrij veel over de hele sector. Maar in dit geval was dat een stuk lastiger, omdat het nog vol in ontwikkeling is.' Bovendien lieten de kleinere groene bedrijven zich ook niet goed vinden. 'Ze hebben minder public exposure vanwege hun maat. Maar ze zijn er zelf ook niet veel mee bezig, omdat ze alle energie steken in hun bedrijf en er weinig tijd en geld is voor iets als employer branding.' Oscar sprak in deze fase ook met de gangbare recruiters en headhunters, maar dat leverde niet veel op. 'Als ze al iets in de duurzame markt te bieden hadden, dan was het aan de investeerderskant.'

Van fossiel naar groen

Ondertussen moest ook zijn zoekvraag duidelijker worden. Want waar zoek je naar, als de functies die je normaal bekleedt vooral bestaan in de industriële sector? 'Het is inderdaad een uitdaging om die switch te maken' beaamt hij. 'Want niet alle skills die ik bij mijn oude functies gebruikte, zijn honderd procent vergelijkbaar met die ik in deze nieuwe sector nodig heb. Daarbij had ik me ook bedacht met welke skills ik graag wilde blijven werken: project management en technologie ontwikkeling. Die bleken wel degelijk toepasbaar in deze industrie en binnen een klein bedrijf. Ik denk dat die switch in skills voor technisch inhoudelijke banen wel een horde kan zijn. Maar in sales, business development en management zal het werk meer overlap hebben.'

Vruchtbare gesprekken

De pijlen werden dus gericht op kleine duurzame bedrijven, met functies in project- en innovatiemanagement. Veel specifieker dan dat maakte Oscar het niet tijdens de koffie-gesprekken, om zo zijn opties zo open mogelijk te houden. Hij leerde ondertussen de sector en de mensen steeds beter kennen en spreekt van een typische drive die hij bij hen aantrof. 'Het viel me op dat iedereen graag vertelt over zijn of haar duurzame bedrijf. Er hangt een positieve energie omheen. Veel mensen hebben de duurzaamheid in hun werk speciaal opgezocht, die passie bij hen is heel sterk aanwezig.'

Uiteraard kwam het salaris hier ook ter sprake, die volgens Oscar in de praktijk vaak hoger uitvallen dan mensen denken. Ook denkt hij dat de salarissen in de loop der tijd vanzelf zullen groeien. 'Er is zoveel vraag naar dit soort banen en het is noodzakelijk dat verandering snel komt. Ik neem aan dat de markt hier daarom gewoon zijn werking zal doen. En natuurlijk kan je dan zeggen: 'dan stap ik toch over tien jaar in, dan is alles lekker geregeld en krijg ik beter betaald'. Maar nú is het veel leuker om mee te doen, omdat er zoveel gebeurt en je aan het begin staat van de toekomst.'

Flexibele opstelling

De zoektocht van Oscar kwam na zo'n vier maanden ten einde nadat hij iemand van Shell New Energy sprak. Die wees hem op HyET Solar, een zonnefolie-producent, waar hij meteen een goed gevoel bij had en waar ze net op zoek waren naar een COO. Sinds maart 2019 is hij verantwoordelijk voor de operationele kant van de fabriek in Arnhem en de bijbehorende uitbreiding naar een capaciteit die veertig keer zo groot is als de huidige. 'In deze nieuwe rol zijn er genoeg uitdagingen, waaronder het leiden van een operationele fabriek, die iets verder van mijn eerdere ervaringen liggen. Nu richt ik me op het uitbreiden van de fabriek, dat ligt weer dichter bij mijn eerdere expertise. Ook dat hoort bij de overgang naar de groene sector, vooral bij kleine bedrijven: het helpt om je flexibel en open op te stellen. Je gaat als het ware mee in de ontwikkeling van het bedrijf.'

Opgezet en afgestoten

Nu zit hij al ruim anderhalf jaar op industriepark Kleefse Waard in Arnhem, temidden van andere start-ups en scale-ups in duurzame industrieën. Ze zijn bijna allemaal ooit ontstaan op de tekentafel van de onderzoeksafdeling van Akzo, inclusief HyET Solar en zusterbedrijf HyET Hydrogen. Allen opgezet toen er nog geld was voor ontwikkeling en onderzoek, om daarna afgestoten te worden. De bedrijven blijven stug groeien, net als het animo van mensen die voor hen willen werken. Oscar merkt het ook: deze week nog werd hij gebeld door vrienden die willen doen wat hij doet. 'Het is wel leuk om nu zelf te kunnen helpen. Ik vertel dan hoe ik heb gezocht, soms kan iemand doorsturen. Ik geef ideeën, een baan heb ik niet. Dat moet je uiteindelijk toch zelf doen.'